Hoe je goed kunt zorgen voor mopperende mensen
Van Zetten (78) bereidt heftige zaak voor tegen zijn verpleeghuis, maar dan ontdekken de verzorgenden iets dat alles verandert!
* Tekening: Misha Blom. Tekst: Sarah Blom. Voor meer informatie over Sarah, Misha en wat zij doen kijk op www.dementieintheater.nl
Ik ga op mijn knieën voor hem zitten, pal voor zijn rolstoel: ‘meneer van Zetten, ik moet nu echt gaan, bedankt voor al uw vertrouwen in mij‘.
Met zijn linkerhand probeert hij zijn verlamde rechterhand op te tillen, hij wil mij een hand geven: ‘het gaat je goed Sarah’.
Ik kijk hem aan en zie tranen in zijn ogen opkomen. Enigszins betrapt laat hij zijn hoofd zakken, waarna de tranen op zijn versleten joggingbroek vallen.
Ik pak zijn verlamde hand snel stevig vast en wrijf erover. Verlamd of niet, hij moet voelen dat ons afscheid mij ook zwaar valt. Ik sta op en loop richting de deur. Met de deurklink al in mijn hand blijf ik staan. Het liefst zou ik teruglopen om hem een kus te geven. Helaas… ik doe het niet.
Nog even kijk ik over mijn schouder. Daar zit hij, in zijn rolstoel bij het grote raam. Omringd door foto’s van familieleden, zijn vertrouwde radio en volle asbak lijkt hij iedere laatste glimp van mij te willen opvangen. Meneer van Zetten, vergeten zal ik hem nooit.
Kun je je geheugen trainen?
Feiten en fabels over geheugentraining.
Er doen veel fabels de ronde over geheugentraining. Voorbeelden die ik wel gehoord heb: Maak veel kruiswoordpuzzels of sudoku’s. Speel memory. Doe computerspelen die speciaal gemaakt zijn om je geheugen te trainen. En zelfs: ga touwtje springen.
Nu is die laatste tip niet zo gek. Door touwtje te springen kom je natuurlijk in beweging. Beweging is goed voor je hele lichaam en óók voor je hersenen: het stimuleert de bloedsomloop, waardoor al je organen, en dus ook je hersenen, beter gaan functioneren. Maar dat hoeft natuurlijk niet perse door touwtje te springen.
Geheugentraining? Of train je gewoon vaardigheden?
De overige tips over geheugentraining zijn fabels die berusten op een halve waarheid. Het maken van kruiswoordpuzzels, sudoku’s en het spelen van memory of computerspelen, zijn vaardigheden. Andere vaardigheden zijn bijvoorbeeld aardappel schillen, auto rijden, piano spelen of skiën. Als je zulke vaardigheden goed oefent, word je er beter in. Maar het is niet zo, dat je beter gaat auto rijden door veel aardappelen te schillen. En zo kun je ook niet gemakkelijker onthouden waar je iets neer hebt gelegd door die computerspellen te spelen. Evenmin onthoud je de namen van nieuwe mensen gemakkelijker als je veel kruiswoordraadsels opgelost hebt. Wat kun je nu wél doen bij veel voorkomende geheugenproblemen?
Als je je leesbril, sleutels of portemonnee steeds kwijt bent.
Juist de spulletjes die je dagelijks gebruikt en dan weer hier, dan weer daar neer legt, raken voortdurend zoek. Een voor de hand liggende oplossing is, om die dan steeds op dezelfde plaats neer te leggen. Als je daar aan denkt dan. Een oplossing die iets uitdagender is, maar wel beter werkt dan die zogenaamde geheugentraining, is dat je die spulletjes steeds bewust op een andere plaats legt en dan een mentale foto maakt van waar ze vandaag weer liggen. Ik heb het zelf geprobeerd, want ik was ook zo iemand die uren per dag zocht naar steeds weer dezelfde dingen.
Ik ben nu veel minder tijd kwijt met zoeken naar allerlei dingen
In het begin was het hopeloos. Had ik mijn portemonnee in de boekenkast gelegd. Ik had me ook keurig ingeprent hoe de omgeving er uit zag en hoe precies de portemonnee lag: op zijn kop of rechtop of noem het maar. En vervolgens had ik geen flauw idee waar ik het ding moest zoeken. Dus nóg meer tijd kwijt, te meer dat ik dit ook deed met mijn sleutels en mijn handschoenen. Na een aantal maanden begon het echter toch vrucht af te werpen: ik ben nu veel minder tijd kwijt met het zoeken naar allerlei dingen.
Misschien gewoon: koppie er bij?
Hoe dat nu kan? Dat heeft te maken met aandacht, gewoonte en het gebruik van mijn zintuigen, ogen in dit geval. Ik had de gewoonte om mijn spullen gedachteloos neer te leggen bij thuiskomst. Waar het maar uit kwam. Door na te denken waar ik mijn spullen nu weer eens neer zou leggen, doorbrak ik die gedachteloosheid. Door me in te prenten waar mijn spullen lagen, schonk ik aandacht aan ze. En alleen wat aandacht krijgt, wordt opgeslagen in je geheugen op een manier dat je het later ook terug kunt vinden. Ten slotte gebruikte ik bewust mijn zintuigen. Het bewust gebruik van je zintuigen helpt je geheugen om zijn werk te doen. Ik heb het niet uitgeprobeerd, maar door te ruiken aan mijn spullen en te rammelen met mijn sleutels tijdens het neerleggen, had ik waarschijnlijk nog beter onthouden waar ik ze had neergelegd.
Kortom: geheugentraining heeft geen zin. Wat je traint is niet je vermogen om je iets te herinneren, maar een bepaalde vaardigheid. Zoals memory spelen, kruiswoordpuzzels maken of sudoku’s oplossen. Als je iets wilt onthouden, moet je aan dat specifieke ding aandacht schenken en je inprenten wat je ziet, voelt met je vingers, hoort, ruikt of proeft. Dan is de kans dat je het onthoudt het grootste. Als dat te veel moeite kost? Schrijf wat je perse niet vergeten wilt, lekker op in je telefoon of in een ouderwetse agenda.
NB: Deze tips werken niet als je vanwege dementie problemen hebt met je geheugen!